Op verkenning in het netwerk van de tolk

Iedereen netwerkt, iedereen is genetwerkt. Ook tolken netwerken en zijn genetwerkt. Uiteraard. Maar hoe? En met wie? En waar gaat de netwerkbabbel dan over?

Rebecca Albert studeert binnenkort af als tolk aan de Universiteit Gent. Straks moet ze zelf haar weg zoeken in het circuit, in het wereldje, in de tolkenbranche. Een beetje inzicht in hoe tolken netwerken is dan wel handig. Tijdens haar stage bij De Taalsector ging ze op verkenning - zelf zegt ze op avontuur - tussen de tolken. Ze lanceerde geen online enquête, maar belde gewoon tientallen tolken op en bevroeg ze honderduit over hun netwerk. Dat leverde een ongelooflijke hoop achtergrondinformatie, tips en inzichten op over hoe tolken écht netwerken. In dit artikel licht Rebecca een tipje van de sluier.

 

Rebecca Albert, Gent - Bent u een actieve netwerker, beste tolk? Of vindt u al dat netwerken maar flauwekul?

Hoe komt u met andere tolken in contact? Waar en wanneer komen jullie dan bijeen? Waarover wisselen jullie dan van gedachten? Mag ik ook vragen of er tolken zijn naar wie u opkijkt? Ja ja, noem maar namen.

Met deze en nog veel andere vragen over hoe tolken netwerken heb ik de voorbije weken tientallen tolken opgebeld. Live aan de telefoon in het Nederlands, Engels en Frans heb ik ze een voor een uitgehoord: dertig sociaal tolken, gerechtstolken en conferentietolken. Dit is wat ik te horen kreeg.

 

Psychologisch zwaar
"Tolken is een vrij eenzaam beroep.’ Dat is woordelijk wat ik verschillende keren gehoord heb. Er kruipt zo veel tijd in verplaatsingen en voorbereidingen dat veel tolken nog maar weinig tijd voor contacten en netwerken overhouden, zo lijkt het. Het leren stopt echt nooit. En er gebeurt last minute altijd nog wel iets wat voor stress zorgt. ‘Het is psychologisch best zwaar.’ Heb ik dan alleen maar kommer en kwel te horen gekregen? Nee hoor. ‘Als we op conferenties samenkomen, is dat wel een sociaal gebeuren. Er wordt dan gedronken, gegeten en gelachen.’

Of we tolken nu een eenzaam of net een sociaal beroep vinden, in ieder geval lijkt netwerken een belangrijke activiteit. Sommige tolken hebben een vaste kring van tolken op wie ze een beroep kunnen doen, bij voorbeeld om al eens in te vallen. ‘Als ik een tolk nodig heb om voor me in te vallen, dan moet ik een betrouwbare en vriendelijke tolk kennen: iemand die goed presteert en waar je vlot mee kan samenwerken.’ 

Hoe kom je met andere tolken in contact?
Tolken is natuurlijk geen kantoorjob. Maar als het niet op kantoor is, hoe kom je als tolk dan in contact met collega’s?  Bij de meeste jobs loop je je collega’s op het werk of bij de klant tegen het lijf. Dat is bij tolken niet anders. Alleen de klant verschilt: de rechtbank, de politie, de immigratiedienst, het ziekenhuis, een conferentie, …  ‘Je komt eigenlijk in een soort circuit terecht. Je ziet vaak dezelfde tolken terug.’

Andere manieren om in contact te komen met collega’s? Tolken noemen ook de beroepsvereniging AIIC (International Association of Conference Interpreters), TAALS (The American Association of Language Specialists), SFT (Société Française des Traducteurs), ITI (Institute of Translation & Interpreting), IAPTI (International Association of Professional Translators and Interpreters), NGTV (Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers), SVVT (Stichting Vrouwennetwerk Vertalers en Tolken), BKVT (Belgische Kamer van Vertalers en Tolken), Lextra Lingua, BBVT (Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken) en nog vele andere organisaties. ‘Via beroepsorganisaties, regelmatige ledenbijeenkomsten en informatiebijeenkomsten bij grote klanten zoals de Europese instellingen krijg ik de kans om mijn netwerk uit te breiden.’ 

Ook aan de tolkopleiding houden tolken nog contacten over. ‘Tijdens mijn opleiding heb ik enkele van mijn huidige collega’s ontmoet.’ Een enkele keer wordt een alumnivereniging en een oefenclubje genoemd.

Nog een interessante vaststelling: ook dankzij het aanbod aan permanente educatie leren tolken nieuwe collega’s kennen. 

Zijn tolken echt zo zakelijk dat ze elkaar nooit zien buiten het werk? Absoluut niet, er zijn ook informele bijeenkomsten. ‘Collega’s hebben me wel eens uitgenodigd voor een feestje, waar ik andere tolken leerde kennen.’

Sociale media
Tolken zijn niet alleen offline maar ook online genetwerkt: op de sociale media en op fora voor tolken en andere taalprofessionals.

De sociale media blijken voor heel wat tolken handig. Zowel op Facebook, LinkedIn, Twitter, Viadeo als Xing delen ze zakelijke informatie. Daarnaast zijn interne fora binnen beroepsverenigingen vaste stekjes waar ze online samenkomen. Tolken komen elkaar ook tegen in interne fora voor vertalers en in Facebookgroepen voor vertalers, zoals Vertalerskoffiehoek. Vreemd genoeg wordt er weinig of niet genetwerkt met andere ondernemers buiten de tolken- en vertaalbranche.

Toch zijn de meningen over het netwerken via de sociale media verdeeld. ‘Als ik een te drukke agenda heb, dan plaats ik gewoon een berichtje in enkele facebookgroepen om een vervanger te vinden.’ Kan niet, zeggen sommigen. ‘De jongere generatie bespreekt allerlei werkgerelateerde zaken op Facebook, maar dat kan toch niet door de beugel?’ Anderen zien er simpelweg het nut niet van in of hebben er helemaal geen tijd voor. 

Tolken staan elkaar duidelijk bij in tijden van nood. En het netwerk dient niet alleen om een invaller te vinden als je een dagje vrij wil nemen. Wat halen tolken nog meer uit hun netwerk? ‘Veel tips en terminologie. Soms krijg ik een dringende opdracht bij de Europese Commissie en moet ik ineens heel wat wetteksten vertalen. Dan helpen mijn collega’s me uit de brand.’

Paradox
Zo opvallend vaak ik te horen kreeg dat tolken een eenzaam en psychologisch zwaar beroep is, zo opvallend vaak luidde het dat tolken collegiaal werk is.

‘Tolken is collegiaal werk. Als je even geen zin meer hebt of te moe bent om te tolken, zal niemand daar een opmerking over maken. Iedereen begrijpt dat je dan even wat rust nodig hebt en alleen wil zijn.’ Solidariteit alom dus? Niet bepaald. ‘Het is eigenlijk heel paradoxaal. Voor je de cabines instapt, zijn je collega’s je vrienden. Zodra de deur echter dichtgaat, worden ze je concurrenten.’

Is tolken echt een eenzaam beroep? Ja en neen. Voor wie niet graag alleen is én niet genetwerkt is, lijkt het erg lastig. Voor wie goed met zichzelf overeenkomt, lijkt het oké. Wie wil netwerken, kan naar hartenlust netwerken. Er zijn zowel offline als online plekjes genoeg om te netwerken, zowel om over het werk als over privézaken te praten.

Werk en privé
Waarover spreken netwerkende tolken met elkaar? ‘Zowel over het werk als over privézaken.’ Werkomstandigheden, ervaringen met klanten, ethiek, facturatie, de markt, tarieven, woordenschat, terminologie, logistieke zaken zoals vervoer, technologie en headsets voor simultaan tolken… Dat zijn de voornaamste gespreksonderwerpen die ik te horen heb gekregen. Tolken uiten onderling ook hun frustraties over slechte sprekers of over het tekort aan werk. ‘Soms gaat het over problemen die zich hebben voorgedaan en wisselen we tips uit.’

‘Naar wie kijkt u op?"
‘Vooral naar de jongere generatie. Ze zijn zo goed met IT en daarom zijn ze ook steeds goed voorbereid.’ Daartegenover kreeg ik ook vaak tolken aan de telefoon die hun bewondering uitspraken voor collega’s met veel ervaring. ‘Tolken die werken voor de Europese instellingen vind ik ook heel erg goed.’

Toch hebben niet alle tolken een voorbeeld. ‘Het ligt eigenlijk lastig. Ik ken wel tolken, maar zie hen nooit presteren omdat ik tegelijkertijd zelf aan het werk ben.’ Uiteraard is het ook taalafhankelijk. ‘Toen ik begon, waren er enkele tolken die ik heel inspirerend vond. Vooral hun stijl sprak me aan. Naarmate je meer tolkt, ontwikkel je ook je eigen stijl.’ 

De dertig tolken die ik gebeld heb, hebben me een paar dozijn namen genoemd. Ik voelde dat discretie belangrijk is in het beroep. Uit mijn bevraging kon ik geen top tien afleiden van tolken die we opiniemakers, kwaliteitsleiders of rolmodellen zouden kunnen noemen. In plaats van een kransje toppers naar wie iedereen opkijkt en die men wil volgen, blijken er enorm veel inspirerende tolken op de markt te zijn. ‘Sommigen bewonder ik voor hun prestaties in de cabine, anderen omdat ze goed georganiseerd en voorbereid zijn en nog anderen dan weer omdat ze steeds zo kalm blijven.’ Uitspraak en prosodie blijken ook loffelijke factoren te zijn voor een tolk. ‘Ik kijk op naar mensen die mooi Nederlands spreken.’

Uiteindelijk blijken de tolkdocenten voor heel wat tolken nog lange tijd hun grootste voorbeeld te blijven. ‘Zij hebben me zin gegeven om dit beroep uit te oefenen.’

 

Wilt u graag reageren op dit artikel? Voeg gerust uw commentaar toe of stuur een e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

 

We respecteren je privacy.
Door op deze website te surfen aanvaard je functionele en analytische cookies, bedoeld om de site goed te laten werken. Hier geen trackingcookies.