Meertaligheid: Brussel schakelt versnelling hoger

be Yalky, Be BrusselsBrussel, de hoofdstad van België en van Europa, is na Dubai de meest kosmopolitische stad van de wereld. 62% van haar inwoners werd in een ander land geboren of heeft een migratieachtergrond volgens de Internationale Organisatie voor Migratie.

Er worden in Brussel meer dan 100 talen gesproken. 8% van de Brusselaars spreekt noch Frans, noch Engels noch Nederlands. Toch zegt 90% van de Brusselaars de meertaligheid van de stad als positief te ervaren. Dat blijkt uit de recentste taalbarometer van taalsocioloog Rudi Janssens (Vrije Universiteit Brussel), die de taalsituatie in Brussel al ruim 20 jaar analyseert. Taaldiversiteit en meertaligheid zitten in het DNA van de stad.

Sinds vorig jaar heeft Brussel met Sven Gatz een minister voor de Promotie van Meertaligheid. In het regeerakkoord (2019-2024) en in het beleidsplan van de minister staan duidelijke ambities geformuleerd: Brussel wil een omwenteling teweegbrengen in het taalonderricht om de Brusselaars hun talen beter te laten beheersen, Brussel wil zich als meertalige regio internationaal op de kaart zetten, Brussel wil een internationaal expertisecentrum rond meertaligheid oprichten.

Vorige zaterdag vierde Brussel voor de eerste keer haar eigen Dag van de Meertaligheid. Sven Gatz stelde in het Brussels Parlement de Raad voor de Meertaligheid aan het publiek voor. 

Be Talky, Be Brussels. Wat roert er in Brussel?

 


Meertaligheid is een beleidsprioriteit

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - voor de leesbaarheid schrijven we hier gewoon Brussel - telt 1,2 miljoen inwoners, die samen meer dan 100 verschillende talen spreken. Hoe ga je met een dergelijke taaldiversiteit om? Als het doel een inclusieve stedelijke samenleving is met een hoog niveau van wederzijds begrip, sociale cohesie en burgerschap, dan heb je als cement voor die samenleving talenkennis en meertaligheid nodig.

Sven Gatz: "Om de kosmopolitische grootstad die Brussel is, beter te laten functioneren zou het handig zijn als de inwoners elkaar kunnen verstaan, bijvoorbeeld via de kennis van de drie meest gesproken talen in Brussel: Frans, Engels of Nederlands. Dat is de reden waarom de promotie van meertaligheid bij de inwoners een beleidsprioriteit geworden."


Meertaligheid stimuleren

Na de regionale verkiezingen in mei vorig jaar schreef de snel gevormde nieuwe gewestregering in haar regeerakkoord dat ze een omwenteling in het taalonderricht teweeg wil brengen: "Brussel is een tweetalig gewest met een internationale roeping. Bijna 80% van de vacatures vereist kennis van beide landstalen en meer dan de helft vereist kennis van het Engels. Op 20 jaar tijd is de kennis van het Nederlands echter sterk afgenomen: in 2001 sprak 33% van de Brusselaars de taal goed of zeer goed, nu is dat nog maar 16,3%. De organisatie van meertalig openbaar onderwijs staat dan ook centraal in de reflectie om de Brusselaars de talen beter te leren beheersen."

En verder: "De uitwisseling en samenwerking tussen Nederlandstalige, Franstalige en Engelstalige scholen en opleidingen biedt vele mogelijkheden. De Regering zal de samenwerking vereenvoudigen en vergemakkelijken om wederzijdse verrijking en beter taalonderwijs te stimuleren. De mogelijkheden om de mobiliteit van leerkrachten te bevorderen, zullen worden onderzocht. De Regering zal een globaal beleid uitwerken dat meertaligheid bij de Brusselaars bevordert en zo de Brusselse identiteit en het Brusselse burgerschap, de sociale promotie en de sociale cohesie binnen het Gewest versterkt. Deze aanpak zal niet beperkt blijven tot het onderwijs, maar zich uitstrekken tot verschillende sectoren, zoals beroepsopleiding, werkgelegenheid en cultuur."

"Met het oog op de verbetering van de tweetaligheid en de meertaligheid in Brussel zal de regering de gemeenschappen (nvdr: Vlaamse Gemeenschap en Federatie Wallonië-Brussel) en de federale overheid uitnodigen om een samenwerkingsakkoord te sluiten ten einde het onderwijs in het Frans en/of het Nederlands en andere talen te versterken binnen het kader van de huidige bevoegdheden. Zij wil ook de opleiding van tweetalige leerkrachten voortzetten door de samenwerking tussen Nederlandstalige en Franstalige hogescholen in het kader van een gemeenschappelijk curriculum en bidiplomering te bevorderen. Ten slotte zal de Regering, naar aanleiding van de succesvolle ervaring op het gebied van de beroepsopleiding voor volwassenen, modules mee helpen ontwikkelen waarmee steunend op het "taalgebruik op het werk" functioneel talen aangeleerd worden in de technische en beroepsrichtingen. Zij zal ook steun verlenen aan scholen die wensen deel te nemen aan de Europese programma's eTwinning en Erasmus+, die niet alleen de mogelijkheid bieden om nieuwe talen te leren, maar ook om de school open te stellen voor Europa, waarbij jongeren in het onderwijs en de beroepsopleiding de mogelijkheid wordt geboden om nieuwe technieken in het buitenland te leren en docenten de mogelijkheid krijgen om nieuwe onderwijsmethoden te leren."


Internationaal expertisecentrum rond meertaligheid

In zijn beleidsplan van eind vorig jaar stelde minister Sven Gatz: "We hebben de ambitie om het Brussels Hoofdstedelijk Gewest internationaal op de kaart te zetten als meertalige regio. Met onze veelheid aan specialisten rond meertaligheid in heel wat verschillende disciplines, heeft Brussel alle nodige kennis en brains om een internationaal expertisecentrum rond meertaligheid op te richten. We onderzoeken in samenspraak met de actoren op het terrein hoe we dit initiatief vorm kunnen geven."


Raad voor de Meertaligheid

Zaterdag, tijdens de eerste Brusselse Dag van de Meertaligheid, maakte Sven Gatz de samenstelling van de Raad voor de Meertaligheid bekend, een nieuw orgaan dat hem zal adviseren bij het uittekenen van zijn beleid. De nieuwe adviesraad zal worden voorgezeten door Philippe Van Parijs (UCLouvain). Brusselaar Philippe Van Parijs lag een paar jaar geleden aan de basis van het Marnixplan voor een meertalig Brussel, een plan dat zeer inspirerend ùoet zijn geweest voor het beleidsplan van Sven Gatz. Ondervoorzitter wordt professor antropologie Nadia Fadil (KU Leuven). 

De Raad voor de Meertaligheid moet onder meer de bestaande initiatieven en samenwerkingen rond meertaligheid in kaart brengen. "Door duidelijk in kaart te brengen wie wat doet en welke noden van het werkveld nog niet beantwoord (kunnen) worden, is het mogelijk om de bestaande initiatieven beter op elkaar af te stemmen. Ons streefdoel is dat alle Brusselse kinderen op 18-jarige leeftijd minstens het Nederlands, Frans en Engels beheersen. Om deze meertaligheid te ontwikkelen is het belangrijk dat alle partners die een rol spelen in de opvoeding en ontwikkeling van een kind weten hoe ze deze meertalige ontwikkeling het best stimuleren." Minister Sven Gatz ziet in de Raad voor de Meertaligheid een bondgenoot voor de objectivering en verduurzaming van zijn eigen meertaligheidsbeleid, maar verwacht ook dat de raad hem, de regering en het parlement met nieuwe ideeën en voorstellen zal uitdagen.

De raad, die uit een twintigtal experten in meertaligheid bestaat, is niet louter academisch samengesteld. Naast voorzitter Philippe Van Parijs en ondervoorzitter Nadia Fadil zijn de raadsleden Laurence Mettewie, Piet Vervaeke, Hilde De Smedt, Olivier Willocx, Helena Van Driessche, Rudi Janssens, Laurence de Ruette, Wim Vandenbussche, Nicole Wauters, Anne Posma, Grégor Chapelle, Fatima Zohra Ait El Maâti, Yvon Englert, Aimée-Fidèle Mukunde, Olivia P'tito, Dirk Jacobs.


Tweetalige of meertalige stad?

Critici verwijten Sven Gatz dat hij vergeet dat Brussel institutioneel een tweetalige stad is, dat hij als gewestminister geen onderwijsbevoegdheid heeft, want dat is in België gemeenschapsmaterie, en dat hij dus geen hefbomen heeft om zijn ambities op het vlak van meertaligheid waar te maken. Dat hij geen institutionele hefboom heeft, zal de minister zelf ook wel beseffen, maar met goed gemikte promotie voor meertaligheid, een concept waar nu al 90% van de Brusselaars een positief gevoel bij heeft, is het toch de verwachting dat hij iets teweeg kan brengen zonder zich institutioneel klem te rijden. Uit het taalsociologisch onderzoek van Rudi Janssens weten we dat een ruime meerderheid van de Brusselaars achter meertalig onderwijs staat, talenkennis essentieel vindt voor het vinden van een job en talenkennis een essentieel onderdeel acht van de Brusselse identiteit. Sven Gatz herinnerde er zaterdag in het parlement aan dat de Brusselse regering ook veel belang hecht aan de goede kennis en overdracht van de moedertaal, de sleutel om sneller en gemakkelijker andere talen te leren. "Brede meertaligheid is goed voor sociale cohesie en burgerschap op het niveau van de straat, de wijk, de gemeente en het gewest."


Taaldiversiteit zonder meertaligheid is een ramp

Hoe enthousiast de Brusselaar ook mag zijn over de meertalige stad, in de feiten spreekt 8% van de Brusselaars Nederlands, Frans noch Engels (tegenover 3% in 2000). Slechts 8% van de jonge Brusselaars die uit het Franstalig onderwijs uitstromen zegt goed Nederlands te spreken (tegenover 20% in 2000). Dat het Brussels Gewest, dat geen onderwijsbevoegdheid heeft, deze trends niet zomaar zal kunnen keren, is evident. Daar komt volgens Philippe Van Parijs in deze coronatijden bij dat we ook informeel minder talen leren, omdat we onze contactenbubbel(s) klein moeten houden en de meeste bubbels eerder eentalig lijken te zijn. 

"Maar de grootste uitdaging," zei Philippe Van Parijs in zijn aanvaardingstoespraak nog, "ligt in de buitengewone fluïditeit van de Brusselse bevolking. Sinds 2000 hebben 1,2 miljoen mensen zich in Brussel gevestigd, de meesten uit het buitenland. En sinds het jaar 2000 hebben 1,1 miljoen mensen Brussel verlaten, de meesten naar de rest van België. Zij die Brussel verlaten, kennen gemiddeld veel beter Frans en Nederlands dan zij die aankomen. Het is daarom dat de kennis van het Frans en het Nederlands afneemt, ondanks het feit dat deze twee talen massaal worden aangeleerd in onze crèches, scholen, bedrijven en wijken. Bijgevolg is de promotie van de meertaligheid door het Brussels Gewest ook een goede zaak voor de andere twee gewesten, die ervan zullen profiteren. Maar om dezelfde reden zal de promotie van de meertaligheid een sisyfusarbeid zijn die steeds opnieuw zal moeten worden opgestart."

"Iedereen is het erover eens dat het absoluut noodzakelijk is om meertaligheid meer te stimuleren. Taaldiversiteit zonder meertaligheid is een ramp voor een stad als Brussel," aldus nog Philippe Van Parijs.

BeTalky

BeTalky is de naam van het nieuwe platform voor de promotie van de meertaligheid, een website waarop alle bestaande en nieuwe initiatieven voor meertaligheid zullen worden gebundeld en zichtbaarheid zullen krijgen.

BeTalky? De kernboodschap van BeTalky is: durf te praten in meer talen. Philippe Van Parijs citeert een onderwijzeres: "Il n'y a rien de pire pour l'apprentissage des langues que le silence grammaticalement correct." (Niets is erger voor het talen leren dan een grammaticaal correcte stilte.)


Ambitieus

De taalsector, de sector van de taalprofessionals en taalondernemers die dag in dag uit meertaligheid in al haar verschijningsvormen realiseren, volgt de ontwikkelingen in Brussel uiteraard met grote belangstelling en kan alleen blij zijn met de ambitie om Brussel internationaal op de kaart te zetten als meertalige regio. Nergens worden op zo'n klein grondgebied zo veel talen gesproken. Op straat is Brussel vandaag de facto de wereldhoofdstad van de taaldiversiteit. Als het de ambitie kan zijn om van Brussel ook de wereldhoofdstad van de meertaligheid te maken, zal de taalsector een enthousiaste bondgenoot zijn.


Het beleidsplan (Oriënteringsnota 2019-2024: Promotie van Meertaligheid) is in pdf te downloaden op de website van Brussels minister voor de Promotie van de Meertaligheid Sven Gatz in het Nederlands en in het Frans.

Bekijk ook het BeTalky-platform.

 

Aanvullende gegevens